“En wat is jouw oplossing om je werk af te krijgen als je te weinig tijd hebt?”
“Nou, gewoon, harder werken!” antwoordde ze op een toon van ‘ja, hoe anders?!’
“En hoe gaat dat, hou je het een beetje vol?”
“Euh, ja, nee….” en in tranen vertelt Marit over de lamme vermoeidheid die maar niet over gaat, over de machteloosheid dat niemand haar kan helpen met de bergen werk, over de tas met werk op zondagochtend, werken tijdens zwemles van haar dochter. En dat het gelukkig bijna vakantie is. Maar dat er nog zoveel moet gebeuren…
Harder werken is niet de oplossing.
Daar is Marit nu ook achter. Maar wat dan wel?
Werk overdragen?
Nee, gaat niet – haar collega’s werken ook heel hard. En veel. Geen ruimte daar.
Nee zeggen kan ook niet.
Want alles is belangrijk. En alles is van alles afhankelijk.
En gewoon heel hard ‘STOP’ roepen?
Het gewoon niet meer doen? Nee! Dat kan echt niet, want dan komt het werk bij haar collega’s terecht. Dus dat zou heel oncollegiaal zijn.
In Marit’s ogen is de van haar overwerktheid: teveel werk in te weinig tijd.
Dwingende deadlines, urgente bestuurlijke opdrachten, collegiale vragen tussendoor, vervangen van zieke collega’s en de volle mailbox maken de Waan van de Dag dwingend. Dat is maar de helft van het antwoord.
Maar het is niet de echte reden. Die andere, echte reden, die kennen we allemaal. Maar we praten er niet gemakkelijk over.
De andere helft van de oorzaak zit in Marit’s persoonlijkheid verankerd. En gaat niet over inhoudelijke zaken.
Marit: “Ik ben eigenlijk wel perfectionistisch, alles moet gewoon helemaal goed. Ik hou er niet van om fouten te maken, die probeer ik kost wat kost te vermijden. Nadeel is dat ik veel nadenk. En ook wel twijfel. Daardoor blijven dingen soms wat langer liggen, ja. En ik slaap er soms slecht van. ”
Aha! En hoe komt dat dan?
“Ik heb het gevoel, nou ja, ik weet het zeker, dat mijn baan te hoog gegrepen is. Ik werk me rot om te voorkomen dat ik door de mand val, dat ze zien dat ik het niet kan. Hard werken en gewoon goed werk leveren dus, waar een ander niets op kan aanmerken.”
De echte, maar onbewuste reden van hoge werkdruk – waar komt het vandaan?
Marit vertelt over haar jonge jaren. Ze is de jongste van drie zussen. De twee oudsten deden fluitend het gymnasium en gingen studeren, Rechten en Economie. Met briljante cijfers geslaagd. Van Marit werd hetzelfde verwacht, maar al op de lagere school lukte dat niet zo goed. Ze ging met moeite naar de havo en bleef daar ook nog ‘ns zitten. Uit pure frustratie deed ze toen een tijdje helemaal niets meer op school. Met veel inzet haalde ze uiteindelijk haar diploma, maar Marit was en bleef het domme gansje van de familie….
Marit’s werkdruk heeft dus een particuliere, privé oorzaak. Die oorzaak ligt buiten het werk. Maar is het daarmee ook een persoonlijk probleem dat in eigen tijd opgelost moet worden en onder de pet moet blijven?
De effectiviteit van de organisatie is ervan afhankelijk. Dus is het een persoonlijk probleem, dat we gezamenlijk hebben. Veel collega’s lijden, net als Marit, onder een te hoge werkdruk. En heel vaak is de oorzaak een overtuiging of gevoeligheid die in de jeugdjaren is opgedaan.
Niet iedereen is zich van de impact van deze gedachten bewust. Marit werkt al vele jaren met deze overtuiging, is er helemaal aan gewend en is zich niet bewust van deze oorzaak van haar werkdrukbeleving. En dat geldt ook voor haar collega’s: die hebben ook ieder hun eigen gevoeligheden. Je ziet ze misschien niet, ze zijn er wel!
Het grappige is: je ziet het bij een ander veel beter dan bij jezelf. Samen onderzoeken van je gevoeligheden in je werkstijl blijkt enorm goed te werken. Herkenning, erkenning en samen komen tot een nieuwe werkwijze die wel past.
De hoeveelheid werk wordt er niet minder van. En dat hoeft ook niet, want je effectiviteit en werkplezier vliegt omhoog!