Uit de praktijk.
Twee middelbare mannen. Gezellige, goedlachse, extraverte types. Werken al jaren op de administratieve afdeling van een omvangrijke organisatie. Groot gebouw, veel collega’s. Met z’n tweeën in een kantoortje op de eerste verdieping, aan het eind van de gang. Weinig aanloop. Ze missen bedrijvigheid en reuring, want aan elkaar hebben ze niet meer zoveel te melden.
Dus bedenken ze een waterdicht plan. Direct in te voeren en lage investeringskosten.
Na installatie van het feature, gaat het nieuws als een lopend vuurtje door het gebouw. Sommige collega’s proberen nog de kennis onder de pet te houden, maar er is geen houden aan. Al na een paar dagen is het een begrip. De kamer ‘op de eerste aan het eind van de gang’ wordt een hotspot voor – hé, dat is opvallend – vooral vrouwelijke collega’s.
Wauw, wat een succes!
De mannen zijn erg in hun nopjes. Er wordt weer gelachen op kantoor, een geintje hier, een kwinkslag daar. Meest gehoord – maar alleen tegen vrouwen:
“Graag gedaan hoor! En nou moet je wel een liedje zingen!”
Die flauwe opmerkingen laten de vrouwen zich maar welgevallen. Het is ook zo lekker. Om een graai te doen… in de droppot.