Een leven lang keihard gewerkt. Niet lullen maar poetsen. Voor ieder klaarstaan, wat ze zelf wilde was van minder belang. Een veilige haven zijn voor haar dochter en diens kleine kind. Samen, warm, gezellig. Met z’n drieën konden ze de wereld aan.
Zes jaar geleden – ze was nog geen zestig – werd ze ziek en al snel overleed ze.
De dochter volgt een Heldere Zakentraject omdat ze álles geeft in haar werk. Dat gaf altijd een hoop voldoening, maar tegenwoordig is de balans weg. Ze probeert het wel, doorzetten enzo, maar ze is zo moe. Ze denkt telkens zinnetjes als ‘mag ik hier weg?’. Zo kan het niet doorgaan, dat voelt ze ook wel. Maar hoe doe je dat, een beetje minder hard werken als je dat nooit geleerd hebt?
‘Zei ze nog iets zo aan het eind? Had ze nog een boodschap?’
‘Ja. Vlak voordat ze stierf, zei ze tegen me: “Meidje, het leven is een lachertje.”’
‘Oh echt? Jee… wat bijzonder.’
‘Ja hè. Ons mam was een wijs mens.’
‘Weet je wat ze precies bedoelde?’
‘Volgens mij bedoelde ze dat je druk maken over van alles en nog wat weinig zin heeft. Je hebt zo veel dingen niet in de hand. Alleen jezelf…’
Dat keihard werken gaat haast automatisch. Ze werkt met dezelfde toewijding als haar moeder haar voorgedaan heeft. Wat is het een wonder dat haar moeder haar ook permissie heeft gegeven om het anders te doen.
Ontroerend mooi toch.